Opdracht 14. Productzorg rectale toedieningsvormen

Opdracht 14. Productzorg rectale toedieningsvormen

Voor het beantwoorden van de vragen kun je gebruikmaken van:

  • Productzorg (boek);
  • Hoofdstuk 1 uit het boek Farmaceutische Patiëntenzorg;
  • kennisbank.knmp.nl (Bereiding > LNA-procedures > Toedieningsvormen > Zetpillen);
  • Je kennis uit de les toedieningsvormen thema Algemeen.


1. Welke rectale toedieningsvorm is vloeibaar?

2. Wat is de Latijnse naam voor een zetpil?

3. Wat is de Latijnse afkorting voor een zetpil?

4. Er zijn verschillende zetpilvormen en -maten. Waarom is dat?

5. Hoeveel verschillende maten zetpilvormen zijn er en hoe worden die aangeduid?

6. Hoe komt het geneesmiddel vrij uit de zetpil?

7. Werken zetpillen lokaal, systemisch of beide?

8. Hoe werkt een klysma? Is dat lokaal, systemisch of beide? Leg uit in je eigen woorden.

9. Waarom zit er een puntje aan een zetpil?

10. Kan het inbrengen van een zetpil pijnlijk zijn? Leg uit waarom wel of niet.


Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl