Casussen 3. Zelfzorgtaak-Wormen

Casussen 3. Zelfzorgtaak-Wormen

Bereid de onderstaande casussen voor en denk hierbij aan de volgende zaken:

  • Welke WHAM-vragen moet je nog stellen?
  • Wat zijn de verschijnselen van wormen?
  • Welke leefregels/niet-medicamenteuze adviezen kun je geven?
  • Adviseer je een geneesmiddel? Zo ja, welk geneesmiddel?

Oefen de gesprekken in tweetallen.


Casus 1


Marieke ter Velde heeft een zoontje van vier, dat last heeft van wormen in zijn ontlasting. Het zijn kleine, bewegende witte wormpjes. Marieke heeft ze pas vanmorgen voor het eerst in zijn ontlasting gezien.

1. Welk advies geef je aan Marieke?

2. Welk zelfzorgmiddel kun je meegeven en wat is het gebruik daarvan?


Casus 2


Jolanda Koning heeft vier kinderen. Bij twee van haar kinderen (1 en 6 jaar) heeft ze kleine witte wormpjes in de ontlasting gevonden. Haar oudste dochter van 8 klaagt over buikpijn.

1. Hoe behandel je het kind van 6 jaar? En het kind van 1 jaar?

2. Moet het hele gezin behandeld worden?


Casus 3


De moeder van Erik van Veen heeft deze ochtend een lange worm aangetroffen in de ontlasting van haar dochter van vier jaar oud. Hij ziet er een beetje uit als taugé.

1. Wat is je advies?


Casus 4


De moeder van Julia (8 jaar) komt in de apotheek. In de ontlastig van Julia zag zij tot haar grote schrik kleine dingetjes bewegen. Wanneer je ernaar vraagt, blijkt Julia ontzettend graag in de tuin te spelen, op de schommel en in de zandbak. Ook vindt ze het leuk om met de kat te spelen.

1. Waar kan Julia last van hebben?

2. Wat voor maatregelen moet de moeder van Julia treffen?

3. Hoe kan de moeder van Julia deze klachten grotendeels voorkomen?

Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl