Opdracht 5. Bloedstolling

Opdracht 5. Bloedstolling 

Vul de zinnen aan zodat ze kloppen. Je kunt kiezen uit de woorden en termen die onder de opdracht staan:

 

1. Als patiënten trombose hebben gehad, moeten ze geneesmiddelen gebruiken om te voorkomen dat er weer trombose kan ontstaan. Deze vorm van therapie noemen we:  

2. Als de patiënt trombose heeft, krijgt deze geneesmiddelen die de stolling van het bloed remmen. Deze geneesmiddelen noemen we:  

3. Bij acuut gevaarlijke trombose (die bijvoorbeeld het hart of de hersenen bedreigt) krijgt de patiënt bijvoorbeeld: 

4. Dit geneesmiddel wordt onder de huid, … (A)…, ingespoten of via een infuus toegediend, … (B)…, en werkt direct anti-stollend. 

5. Als er een kleine kans is op trombose kan de arts de patiënt … (A)… voorschrijven. Deze middelen zorgen ervoor dat de … (B)… niet aan elkaar kunnen plakken en daardoor een bloedpropje kunnen veroorzaken.  

6. Tabletten en capsules tegen trombose worden ook wel … of cumarines genoemd. 

7. Een voorbeeld van een tablet tegen trombose is …  

8. De trombosedienst controleert het … van de patiënt. Zo kan worden bepaald hoeveel tabletten de patiënt nodig heeft. 

9. Als een patiënt antistollingsmiddelen slikt en daarnaast een … moet gaan gebruiken, kan het bloed te dun worden. 

10. Als de bacteriën in de … (A)… doodgaan en geen … (B)… kunnen maken, dan is de  
… (C)… te sterk vertraagd.  

11. Als het bloed niet goed kan stollen kunnen wondjes lang blijven bloeden. Bij patiënten die een vertraagde bloedstollingstijd hebben is er meer kans op:  

A),   

B en 

C). 

12. Als het bloed van de patiënt te dun is (dus als de bloedstollingstijd is vertraagd) dan moet de patiënt … toegediend krijgen.   

 

Je kunt kiezen uit:  

Bloedneuzen, Acenocoumarol, Vitamine K, Trombocytenaggregatieremmers, dikke darm, Heparine, intraveneus, preventieve of profylactische therapie, subcutaan, Bloed in de urine, Breedspectrum antibioticum, bloed, antistollingsmiddelen of bloedverdunners, Vitamine K, bloedplaatjes, Vitamine K-antagonisten, bloedstollingstijd, blauwe plekken.  

Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl