Casussen 5. Verkoudheid, griep en hoest
Verkoudheid, griep en hoest
Lees de casussen en maak de vragen. Hiermee kun je jezelf voorbereiden op het oefenen van de casussen tijdens het voeren van baliegesprekken.
Casus 1
|
1. Hoe werkt stomen precies?
2. Hoe reageer je op het stomen met levomenthol?
3. Hoe kan dit helpen bij een verkoudheid?
4. Wat is het advies voor haar dochtertje?
Casus 2
|
1. Welke vragen stel je aan deze mevrouw?
2. Wat geef je mevrouw mee?
3. Welke advies geef je mee?
4. Kunnen de drie kinderen hetzelfde middel gebruiken als hun moeder?
(welke informatie heb je nodig over deze drie kinderen?)
Casus 3
|
1. Welke toedieningsvormen zijn er voor xylometazoline?
2. Welke heeft de voorkeur en waarom?
3. Waarom mag xylometazoline niet langer dan een week achtereen worden gebruikt?
4. Leg het achterliggende mechanisme uit.
5. Wat is een alternatief bij een verstopte neus?
6. Wanneer moet je voor dit alternatief kiezen? Geef vier mogelijke antwoorden.
Casus 4
|
1. Om wat voor soort hoest gaat het hier? En wat houdt deze soort hoest in?
2. Wat voor leefadviezen kun je geven?
3. Welke middelen zijn de eerste keus bij hoest?
4. Waarom wordt codeïne niet meer geadviseerd?
Casus 5
|
1. Welk advies en/of welke medicatie kun je geven bij kinderen met keelpijn?
2. Welke algemene adviezen geef je bij keelpijn?
Casus 6
|
1. Op welke WHAM-vragen heb je al antwoord?
2. Zou je een koortsverlagend middel aanraden? Waarom wel/niet?
3. Wat voor adviezen geef je verder?