Casussen 1. KNO

Casus 1

Er staat een mevrouw aan de balie met een dikke buik. Je schat de vrouw tussen de 30 en 33 jaar. De mevrouw geeft aan dat ze griep heeft. Ze wil daarom graag iets tegen de keelpijn. Wel echt iets goeds, want ze vertelt dat ze gewoon niet meer kan functioneren overdag. Paracetamol heeft ze al geprobeerd maar ze wil echt wat sterkers.

1. Op welke WHAM-vragen heb je al antwoord?

2. Welke WHAM-vragen wil je nog stellen?

3. Welke andere vragen zijn belangrijk om te stellen en waarom?

4. Stel de vragen aan je docent.

5. Schrijf nu in maximaal één A4 wat jouw advies is voor deze mevrouw. (Denk ook aan niet-medicamenteuze adviezen.)

Casus 2

Meneer de Boer staat aan de balie. Hij heeft al drie dagen last van hoest. Zowel prikkelhoest als productieve hoest. Hij wil nu graag iets voor zijn keel want door dat hoesten voelt zijn keel de hele dag door droog en stug aan.

1. Op welke WHAM-vragen heb je al antwoord?

2. Welke WHAM-vragen wil je nog stellen?

3. Welke andere vragen zijn belangrijk om te stellen en waarom?

4. Stel de vragen aan je docent.

5. Schrijf nu in maximaal één A4 wat jouw advies is voor deze mevrouw. (Denk ook aan niet-medicamenteuze adviezen.)

Naar boven