Opdracht 2. Medicatie bij urine-incontinentie

Opdracht 2. Medicatie bij urine-incontinentie 

Vul de ontbrekende woorden in: 

 

Er zijn vier soorten urine-incontinentie: 

1.  

2.  

3.  

4.  

 

De hoofdbehandeling van deze aandoeningen is niet-medicamenteus. 

Alleen … (5.)… en … (6.)… zijn eventueel te behandelen met geneesmiddelen. 

Een overactieve blaas is de oorzaak van … (7.)… Bij een overactieve blaas is de blaas … (8.)…  als er een signaal komt om te plassen. Bij een overactieve blaas kunnen geneesmiddelen uit de geneesmiddelgroep … (9.)… (anticholinergica) worden gegeven. Deze stoffen … (10.)… het gladde spierweefsel rond de blaas, zodat er geen signaal komt om te plassen. Bijwerkingen van deze groep zijn … (11.)… bijwerkingen.  

Voorbeelden van deze bijwerkingen zijn: 

12.  

13.  

14.  

15.  

16.  

17.  

18.  

 

Stoffen uit deze geneesmiddelengroep zijn tolterodine … (19.)…… (20.)… (Kentera), … (21.)… (Emselex), mirabegron (… (22.)…), … (23.)… (Toviaz) en … (24.)… (Vesicare). 

… (25.)… (bedplassen) komt voornamelijk voor bij … (26.)… Het kan worden behandeld met medicatie in combinatie met … (27.)… Het geneesmiddel dat hierbij wordt gebruikt is … (28.)… Er zijn drie toedieningsvormen beschikbaar, namelijk: … (29.)…… (30.)… en … (31.)… 

De werking is het … (32.)… van de urineproductie. Dit middel wordt … (33.)… toegediend. Belangrijk bij het gebruik van dit middel is dat de patiënt niet drinkt … (34.)… voor toediening tot … (35.)… na toediening. 


Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl