Opdracht 11: Geneesmiddelen bij astma en COPD

Beantwoord de volgende vragen en gebruik daarbij hoofdstuk 21.5 tot het einde van het hoofdstuk en je aantekeningen.


1. Waarom moet je na het inhaleren van een corticosteroïde je mond spoelen?

2. Welke geneesmiddelen worden wel bij astma gebruikt, maar niet bij COPD? En andersom: welke wel bij COPD en niet bij astma?

3. A. Welke twee groepen luchtwegverwijders zijn er?

    B. Is er een verschil in werking tussen deze twee groepen? Zo ja, welke?

4. Welk geneesmiddel heeft een kleine therapeutische breedte?

5. Welke symptomen zijn hetzelfde bij astma en COPD?

6. Hoe noemen we een ernstige aanval van astma of COPD?

Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl