Casussen 1. Hartfalen
Casussen 1. Hartfalen
Beantwoord de vragen bij de casussen:
Casus 1
|
Meneer Turkoglu (56) komt met klachten van oedeem bij de huisarts. |
1. Welk geneesmiddel verwacht je dat de arts voorschrijft?
2. Om welke groep van dit geneesmiddel gaat het? En hoe werkt het?
De huisarts stuurt meneer Turkoglu door naar de cardioloog. De cardioloog schrijft het volgende recept voor:
|
Mevr. van Dongen, cardioloog Albedaziekenhuis Rotterdam R/ 90st enalapril 20mg 1dd1 Van Dongen Dhr. Turkoglu 56 jr |
3. Omschrijf het werkingsmechanisme van enalapril.
4. Controleer de dosering.
5. Welke interactie verwacht je? Leg de interactie uit.
6. Welke adviezen geef je de patiënt over deze interactie?
7. Bereid het EU-gesprek voor.
Casus 2
|
Meneer Mahi (62) is opgenomen geweest in het ziekenhuis nadat hij op straat een myocardinfarct heeft gehad. Door het myocardinfarct is zijn hart beschadigd geraakt. |
Hij krijgt de volgende geneesmiddelen:
- Hydrochloorthiazide 1dd 25 mg;
- Bisoprolol 1dd 2,5 mg;
- Fosinopril 1dd 5 mg;
- Ascal 1dd 100 mg.
Hij gebruikte al:
- Metformine 2dd 500 mg (middel bij diabetes);
- Atorvastatine 1dd 20 mg.
1. Welke twee interacties verwacht je?
2. Leg de interacties uit.
3. Welke interactie vertel je niet aan de patiënt?
4. Meneer Mahi vraagt je of hij tegen de pijn naproxen mag innemen. Wat zeg je tegen hem?
5. Controleer de dosering.
6. Bereid het EU-gesprek voor van bisoprolol.