Het hart





De anatomie van het hart


Voer de opdracht uit:


De werking van het hart

Bekijk het filmpje Bouw en werking van het hart (2:14 min.) op het YouTube-kanaal van de Hartstichting:

 
 


Beantwoord de vragen bij het filmpje:


Hartfalen

Bekijk het filmpje Wat is hartfalen? (1:40) op het YouTube-kanaal van de Hartstichting:


Lees het artikel over hartfalen op Teams.


Medicatie bij hartfalen

Bij hartfalen wordt altijd een combinatie van meerdere geneesmiddelen gegeven. De basis is altijd een ACE-remmer met een diureticum. Afhankelijk van de klachten wordt de medicatie steeds verder uitgebreid.
De groepen medicatie die worden gebruikt bij hartfalen zijn:

  • ACE-remmers;
  • Diuretica;
  • Bètasympathicolytica;
  • Aldosteronantagonisten;
  • Hartglycosiden.


ACE-remmers


Werking: remming RAS-systeem en bescherming van het hart.
Stoffen: enalapril, perindopril.
Dosering: meestal 1 dd.
Bijwerkingen: hoest, hyperkaliëmie.
Interactie: diuretica.
Contra-indicaties: -

Hoe ACE-remmers het hart precies beschermen, is niet helemaal duidelijk. Uit onderzoek blijkt wel dat het hart niet verder achteruitgaat bij het gebruik van een ACE-remmer.
Lees ook de uitleg over de interactie tussen ACE-remmers en diuretica bij hypertensie.
Een tekort aan kalium is gevaarlijk voor patiënten met hartfalen. Kalium zorgt voor het samentrekken van de hartspier. Bij te weinig kalium kan het hart niet goed meer samentrekken.


Diuretica

Er zijn drie verschillende diuretica: thiazidediuretica, kaliumsparende diuretica en lisdiuretica. Bij hartfalen beginnen we meestal met een lisdiureticum. Hartfalen gaat vaak gepaard met oedeem en lisdiuretica zijn het sterkst vochtafdrijvend. Lisdiuretica zijn dus het beste middel om het oedeem weg te krijgen. Als de patiënt geen oedeem (meer) heeft, kan het lisdiureticum worden vervangen door een thiazidediureticum of kaliumsparende diureticum. Zie ook de uitleg over thiazidediuretica en kaliumsparende diuretica in het hoofdstuk over hypertensie.


Lisdiuretica


Werking: vochtafdrijving (om oedeem te voorkomen).
Lisdiuretica: furosemide, bumetanide.
Dosering: meestal 1dd.
Bijwerking: kaliumtekort.
Interacties: RAS-remmers, NSAID’s.

Door de sterke vochtafdrijving verliest de patiënt ook kalium. Een tekort aan kalium is gevaarlijk voor patiënten met hartfalen. Kalium zorgt voor het samentrekken van de hartspier en bij te weinig kalium kan het hart niet goed meer samentrekken.
Zie ook de uitleg over de interactie tussen RAS-remmers en diuretica in het hoofdstuk over hypertensie.
NSAID’s kunnen de werking van de nier verminderen. Daarom is het belangrijk om bij het gebruik van lisdiuretica en NSAID’s in de gaten te houden of de patiënt geen vocht vasthoudt. Dat kan de patiënt bijvoorbeeld merken doordat hij dikke enkels krijgt of plotseling veel zwaarder wordt.


Bètasympathicolytica


Werking: vaatverwijdend, verlaagt hartritme, vermeerdert hartkracht.
Stoffen bijv.: metoprolol, atenolol.
Dosering: meestal 1dd soms 2dd.
Bijwerking: te lage hartslag.
Interactie: bètasympathicomimetica.
Contra-indicatie: diabetes.

Zie voor meer uitleg het hoofdstuk over hypertensie.


Aldosteronantagonisten


Werking: onbekend.
Stoffen: spironolacton, eplerenon.
Dosering: 1dd.
Bijwerking: hyperkaliëmie.


Hartglycosiden


Werking: verhoogt de hartkracht.
Stof: digoxine (Lanoxin).
Dosering: 1dd.
Interactie: lisdiuretica.

Hartglycosiden zijn het laatste middel dat gebruikt wordt bij hartfalen. Het is namelijk zeer giftig. Bij overdosering kunnen patiënten kleuren gaan zien. Het moet daarom in lage doseringen gebruikt worden.
Bij de interactie tussen hartglycosiden en lisdiuretica gaat het vooral om het verlies aan kalium. Door de lisdiuretica verliest het lichaam kalium. Het tekort aan kalium zorgt ervoor dat hartglycosiden nog giftiger worden. Daarom moet het bloed van de patiënt regelmatig gecontroleerd worden op het kaliumgehalte.


Beantwoord de vragen:


Beantwoord de vragen:



Angina pectoris

Lees de tekst over angina pectoris.


Wat is angina pectoris?

Angina pectoris is de medische term voor pijn op de borst of hartkramp. De pijn op de borst wordt veroorzaakt doordat de hartspier te weinig zuurstof krijgt. Vaak merkt iemand dit eerst alleen op momenten waarop het hart harder moet werken. Bijvoorbeeld tijdens inspanning.


De oorzaak van angina pectoris

De pijn op de borst bij angina pectoris komt meestal door vernauwing van de kransslagaders. Dat zijn de bloedvaten die het hart van zuurstof voorzien. Door die vernauwingen krijgt het hart minder zuurstof dan het nodig heeft. Je merkt niet direct iets van vernauwingen in de kransslagaders. Klachten ontstaan vaak pas wanneer een kransslagader meer dan 50% vernauwd is. Vernauwingen ontstaan door slagaderverkalking.

Let op: pijn op de borst treedt ook op bij een hartinfarct. Is de pijn op de borst heel hevig? En houdt de pijn langer dan 5 minuten aan in rust? Bel dan direct de huisarts of 112.


Klachten bij angina pectoris

Typisch voor angina pectoris is een beklemmende of drukkende pijn op de borst. De pijn kan een benauwd gevoel geven, alsof er een knellende band om de borst zit. De pijn straalt soms uit naar armen, hals, kaak, rug of maagstreek en kan gepaard gaan met zweten of misselijkheid. Een aanval trekt meestal weg in rust of na het innemen van speciale medicijnen (tabletje of spray onder de tong).
De klachten kunnen ook minder duidelijk zijn. Dat komt vaker voor bij ouderen, vrouwen en mensen met diabetes (suikerziekte).


Wanneer heb je klachten?
In het begin ontstaan de klachten vooral als het hart zich harder moet inspannen dan normaal. Dat komt omdat het hart dan meer zuurstof nodig heeft, bijvoorbeeld in de volgende situaties:

  • Lichamelijke inspanning of sport;
  • Heftige emoties;
  • Na het eten van een zware maaltijd;
  • De plotselinge overgang van een warme naar een koude omgeving.


Bekijk het filmpje over Wat is angina pectoris? (1:04 min.) op het YouTube-kanaal van de Hartstichting:


Lees de tekst over de behandeling van angina pectoris.


Behandeling

De behandeling van angina pectoris bestaat in eerste instantie uit een gezonde leefstijl:

  • Niet roken;
  • Voldoende bewegen;
  • Gezond eten met weinig zout en weinig verzadigd vet.


Medicijnen
Medicijnen verlagen de behoefte aan zuurstof van het hart. Ook voorkomen of verlichten ze de pijn. Andere medicijnen hebben niet of nauwelijks effect op de klachten. Die zorgen ervoor dat de vernauwingen in de kransslagaders niet erger worden. Een arts bepaalt per persoon welke medicijnen nodig zijn. De meest gebruikte medicijnen zijn:

  • Nitraten: maken de bloedvaten snel wijder. Daardoor krijgt de hartspier meer zuurstof;
  • Bètasympathicolytica: verlagen de bloeddruk en verminderen de behoefte aan zuurstof van het hart;
  • Calciumantagonisten: verminderen de behoefte aan zuurstof van het hart of maken de bloedvaten wijder;
  • Cumarines: verminderen de kans op het ontstaan van stolsels in het bloed;
  • Cholesterolverlagers: verlagen het cholesterolgehalte en beschermen de vaatwand.


Andere behandelingen
Soms zijn een gezonde leefstijl en medicijnen niet voldoende. Dan is het nodig om de vernauwing(en) in de kransslagaders op te heffen. Dat kan op twee manieren:

Dotter- en stentbehandeling


De kransslagaders zorgen voor de toevoer van bloed naar het hart. Door een vernauwing in de kransslagaders krijgt de hartspier niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen. De dotter- en stentbehandeling heft de vernauwing op. Het is een veelvoorkomende behandeling, die meestal succesvol verloopt.
Met dotteren wordt de vernauwing in de kransslagader opgerekt met een soort ballonnetje. Daardoor kan er weer voldoende bloed doorheen stromen. Meestal wordt er ook een stent geplaatst. Een stent is een soort veertje, net als in een balpen, dat de vaatwand ondersteunt. De stent voorkomt dat het bloedvat weer terugveert na de behandeling.
Een dotterbehandeling is nodig als een slagader door slagaderverkalking vernauwd is.


Bypass- of omleidingsoperatie

Bekijk het filmpje Bypass- of omleidingsoperatie (0:57 min.) op het YouTube-kanaal van de Hartstichting:

 


Vul de woorden in:


Bereid de presentatie voor:


Beantwoord de vragen:


Vul de tabel in:

Hartritmestoornissen

Bekijk het filmpje Wat is een hartritmestoornis? (1:28 min.) op het YouTube-kanaal van de Hartstichting:



Lees de volgende tekst.

 

Wat is een hartfilmpje (ECG)?

Een ECG is een hartfilmpje dat de elektrische signalen van het hart in een grafiek weergeeft. Een hartfilmpje is vaak een van de eerste onderzoeken die iemand krijgt bij klachten in de borststreek. Het is een snel en eenvoudig onderzoek dat geen pijn doet.


Hartritme in beeld
Het hart is een spier. Alle spieren in ons lichaam moeten een elektrisch signaal krijgen om samen te trekken. Ook het hart. Deze elektrische signaaltjes bewegen zich als een golf over het hart. Daardoor verloopt elke hartslag op dezelfde manier: eerst trekken de boezems van het hart samen, dan de hartkamers. Op een hartfilmpje zijn deze verschillende fasen van de hartslag te onderscheiden. Zo breng je het hartritme in beeld.


Hoe ziet een normaal hartfilmpje eruit?
Op een hartfilmpje zie je allemaal pieken en dalen. Dat zijn de verschillende fasen van een hartslag. Ze worden aangegeven met de letters P, Q, R, S en T:

  • P-top: samentrekken van de boezems (de lijn wordt daarna weer vlak, omdat het elektrische signaal even wordt vastgehouden);
  • QRS-complex: samentrekken van de hartkamers;
  • T-top: ontspannen van de hartspier;
  • Na de T-top begint het weer opnieuw voor de volgende hartslag.


Wat je op een hartfilmpje kunt zien
Het hartfilmpje geeft de cardioloog een eerste indruk van de werking van het hart. Op het filmpje kunnen verschillende hartaandoeningen zichtbaar zijn, zoals:

  • Hartritmestoornissen;
  • Een acuut hartinfarct;
  • Een eerder hartinfarct;
  • Een vergroot hart;
  • Of het hart voldoende zuurstof krijgt.

Bij een hartritmestoornis is de tijd tussen de Q en de T vaak langer. Dat is gevaarlijk, omdat het hart dan te langzaam klopt. Sommige medicijnen hebben als bijwerking het verlengen van de QT-tijd. Dat is dus extra gevaarlijk voor mensen met een hartritmestoornis. Voorbeelden van medicijnen die de QT-tijd verlengen zijn: claritromycine en itraconazol.


Medicijnen bij hartritmestoornissen

Er zijn veel soorten medicijnen om hartritmestoornissen te behandelen. Ze zorgen ervoor dat de ritmestoornissen minder vaak optreden en minder heftig zijn. Ze genezen de ritmestoornissen niet. Daarom moet je ze vaak elke dag gebruiken.
Meestal krijg je deze medicijnen in de vorm van tabletten of capsules. Als de ritmestoornis niet vanzelf overgaat, is het soms nodig om het hartritme in het ziekenhuis te herstellen. Daar kan de medicatie dan via een infuus worden toegediend.


Effect van medicijnen bij hartritmestoornissen
Medicijnen bij een ritmestoornis:

  • Verlagen de hartslag;
  • Zorgen voor een regelmatige hartslag.

 

Wat doen medicijnen bij hartritmestoornissen precies?

Het hart is een spier die samentrekt door een elektrisch signaal. De hartspiercellen geven dit signaal aan elkaar door als een soort dominostenen. Medicijnen bij ritmestoornissen vertragen het verspreiden van dit signaal over het hart. Of ze maken de hartspiercellen minder gevoelig voor de prikkel. Zo onderdrukken ze de ritmestoornissen en voorkomen ze dat de hartslag te hoog oploopt.


Soorten medicijnen 
Er zijn verschillende soorten medicijnen om hartritmestoornissen onder controle te krijgen. We noemen dit anti-aritmica. Welke medicijnen je krijgt, hangt onder andere af van het type hartritmestoornis.
Bekende voorbeelden van medicijnen bij ritmestoornissen zijn:

  • Bètablokkers: verlagen de hartslag en de bloeddruk en zorgen ervoor dat het hart minder zuurstof nodig heeft (bijv. metoprolol);
  • Calciumantagonisten: vertragen van het elektrisch signaal van het hart.

Deze groep medicijnen kun je ook krijgen als je geen ritmestoornis hebt, bijvoorbeeld om je bloeddruk te verlagen.
Overige anti-aritmica die je kunt krijgen zijn:

  • Flecaïnide;
  • Amiodaron;
  • Sotalol;
  • Digoxine 250 microgram.

Digoxine is een medicijn dat soms wordt voorgeschreven bij hartritmestoornissen. Het verbetert de pompkracht van het hart en verlaagt het hartritme. Artsen schrijven dit alleen voor als andere medicijnen niet goed genoeg helpen. Er zijn nogal wat bijwerkingen en de dosering komt bijzonder nauw.


Voer de opdracht uit:


Beantwoord de vragen:

Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl