Artrose


Medicatie bij artrose

Bij artrose worden pijnstillers gebruikt. Meestal is er geen ontsteking in het gewricht. Daarom is paracetamol het eerste-keuzemiddel bij artrose. Bij ernstige pijn worden opioïden gebruikt. Hieronder worden alle pijnstillers besproken.


Pijnstillers

Er zijn vier groepen pijnstillers:

  • Paracetamol;
  • NSAID’s;
  • Tramadol;
  • Opioïden.


In hoofdstuk 9 van Farmaceutische Patiëntenzorg lees je alles over pijnstillers. Let alleen op: de risicofactoren voor maagbescherming bij een NSAID kloppen niet.


Paracetamol


Eerste stap in het stappenplan pijn.
Werking: pijnstillend en koortswerend.
Dosering: start met 1 gram.
Maximale dosering op recept: > 1 maand: 2,5 gram per dag; < 1 maand: 4 gram per dag.
Toxische dosis: eenmalig: vanaf 7,5 gram (= 15 tabletten); chronisch: vanaf 3-4 gram per dag.
Bijwerkingen: leverbeschadiging.
Interacties: geen.
Contra-indicaties: leverfunctiestoornis, alcoholisme.

Er zijn drie verschillende doseringen van paracetamol. Voor paracetamol op recept zijn er twee doseringen: voor kortdurend gebruik en voor langdurig gebruik. Bij langdurig gebruik in de hoge dosering raakt de lever beschadigd. Ook bij alcoholisme raakt de lever beschadigd. Paracetamol wordt afgebroken door de lever. Als de lever beschadigd is, kunnen er giftige hoeveelheden in het bloed komen. De patiënt kan hieraan overlijden.


NSAID’s


Eerste keus bij ontstekingspijn.
Werking:
  • Pijnstillend;
  • Koortswerend;
  • Ontstekingsremmend.
Bijwerkingen: maagklachten, bloedingen.
Interactie:
  • Antistollingsmiddelen (maag en trombosedienst);
  • Ibuprofen – acetylsalicylzuur/ carbasalaatcalcium;
  • Middelen die ook maagklachten geven, zoals SSRI’s en corticosteroïden.
Contra-indicatie:
  • Maagzweer (ulcus pepticum);
  • Astma;
  • Hartfalen of hoge bloeddruk

NSAID’s remmen de aanmaak van prostaglandine, waardoor de pijnprikkel vermindert. Daarom worden ze ook wel prostaglandinesynthetaseremmers genoemd.
Prostaglandinen zijn stoffen die in het lichaam worden gevormd. Ze hebben een belangrijke functie bij het ontstaan van pijnprikkels en het doorgeven van die prikkels aan het centrale zenuwstelsel. De pijnprikkel wordt via de zenuwen doorgegeven aan het ruggenmerg en van daaruit naar de hersenen. Dan voel je pijn. Prostaglandines komen vrij als er een ontstekingsreactie is zoals bijvoorbeeld bij een kneuzing.

Een bijwerking van NSAID’s zijn maagklachten. Dat komt doordat prostaglandinen niet alleen pijnprikkels doorgeven, maar ook het maagslijmvlies beschermen. Als de NSAID de vorming van prostaglandinen remt, neemt ook de beschermende werking van het maagslijmvlies af. Daardoor kan het maagzuur het maagslijmvlies irriteren. Daarom krijgt de patiënt maagbeschermers bij NSAID’s. Dit probleem kan NIET worden opgelost door een zetpil te geven.


Tramadol


Derde stap in het stappenplan pijn.
Werking: analgetisch door remming van de pijnprikkeloverdracht in de hersenen.
Dosering: gewoon 3-4 dd 50mg; mga 1-2 dd 50-100mg.
Bijwerkingen: vaak misselijkheid, duizeligheid, ademhalingsdepressie.
Interacties: geen.
Contra-indicaties: astma en COPD (bij ouderen).
Bijzonderheden: halfopioïde, dus minder verslavend dan opioïden.

Men zegt wel eens: ‘Tramadol is trammelant’ (ruzie). Dat geldt bij ouderen. Ouderen krijgen veel bijwerkingen door tramadol. Dit middel zou daarom niet aan ouderen moeten worden voorgeschreven.


Opioïden


Vierde en vijfde stap in het stappenplan pijn.
Werking: sterk analgetisch door remming van de pijnprikkeloverdracht in de hersenen.
Stoffen: fentanyl, oxycodon, buprenorfine, morfine, methadon.
Toedieningsvormen: tabletten, druppels, injectie, pleisters.
Bijwerkingen: obstipatie, afhankelijkheid, euforie, ademhalingsdepressie, sufheid, misselijkheid.
Interacties: alcohol.
Contra-indicaties: astma en COPD.
Bijzonderheden: verslaving en gewenning, valt onder de opiumwet.

Obstipatie is de meest voorkomende bijwerking van opioïden. Bijna elke gebruiker krijgt last van obstipatie. Daarom moet je aan een patiënt die opioïden gebruikt altijd een laxeermiddel (laxans) meegeven. De meestgebruikte laxeermiddelen zijn lactulose of macrogol.


Maak de puzzel:


Beantwoord de vragen:


Maak de opdracht:


Beantwoord de vragen:



Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl