Ziekte van Parkinson

In dit hoofdstuk bestuderen we de ziekte van Parkinson.


Bekijk het filmpje over de ziekte van Parkinson:

Wat is de ziekte van Parkinson? (2:23 min.):

 


Theorie over de ziekte van Parkinson

Lees het artikel Ziekte van Parkinson.

Bron: thuisarts.nl, april 2019.


Wat is de ziekte van Parkinson?

De ziekte van Parkinson is genoemd naar de Engelsman James Parkinson, die deze ziekte heeft ontdekt. Bij de ziekte van Parkinson sterven bepaalde hersencellen langzaam af. Daardoor veranderen bewegingen, uiterlijk en gedrag.

Van de duizend mensen hebben er een of twee de ziekte van Parkinson. De meeste mensen met de ziekte van Parkinson zijn ouder dan 65 jaar.


Wat zijn de verschijnselen bij de ziekte van Parkinson?

De ziekte van Parkinson begint vaak met een verandering in de manier waarop u beweegt. De klachten beginnen meestal aan één kant. Een van uw handen gaat bijvoorbeeld trillen. Later kunnen de klachten ook aan de andere kant ontstaan. De ziekte van Parkinson wordt in de loop van jaren geleidelijk erger, waarbij er verschillende klachten kunnen ontstaan:

  • Hoe u beweegt: trillen, traagheid, minder bewegingen, stramheid, schuifelen, wankelen, moeilijk kunnen afremmen als u loopt, moeite met fietsen, moeite met schrijven (het handschrift wordt klein en kriebelig), minder uitdrukking in het gezicht (maskergezicht);
  • Hoe u zich voelt (stemming): depressief, verward, angstig, lusteloos;
  • Hoe u zich gedraagt: vergeetachtig (dementie), in de war, dingen horen of zien die er niet zijn, moeilijk af te remmen behoefte aan eten, winkelen, gokken of seks;
  • Hoe uw lichaam werkt: verstopping, verslikken, afvallen, kwijlen, plasproblemen, erectiestoornis, veel zweten, minder goed ruiken, duizeligheid;
  • Hoe u slaapt: overdag vaak in slaap vallen, ’s nachts veel wakker worden en daarna moeilijk inslapen, nachtelijke onrust (krampen, rusteloze benen, moeilijk draaien, angst).

Hoe de ziekte verloopt, verschilt per persoon. Niet iedereen met de ziekte van Parkinson krijgt dan ook al deze verschijnselen.


Hoe ontstaat de ziekte van Parkinson?

Bij de ziekte van Parkinson vermindert geleidelijk het aantal hersencellen dat dopamine maakt. Dopamine is een stof waarmee hersencellen signalen doorgeven aan andere hersencellen. Je zou dopamine een ‘boodschapperstof’ (neurotransmitter) kunnen noemen. Door het tekort aan dopamine worden signalen in de hersenen niet of niet goed doorgegeven.

Bij de ziekte van Parkinson zijn er ook andere hersencellen en neurotransmitters die minder goed gaan werken.

Het is niet precies bekend waarom de hersencellen die dopamine maken afsterven. Bij mensen die op jonge leeftijd de ziekte van Parkinson krijgen kan erfelijkheid een rol spelen.


Wat kunt u zelf doen bij de ziekte van Parkinson?

Bewegen:

  • Probeer fit te blijven om zo lang mogelijk nog veel te kunnen blijven doen;
  • Zorg dat u dagelijks minstens een halfuur beweegt (of bijvoorbeeld drie keer tien minuten);
  • Ga bijvoorbeeld wandelen, fietsen, dansen of zwemmen;
  • Als het bewegen ondanks de behandeling moeilijker gaat, kan de fysiotherapeut of ergotherapeut u advies geven en begeleiden;
  • Soms zijn lichte hulpmiddelen nodig. Denk bijvoorbeeld aan ‘nordic walking’, waarbij u wandelt met twee stokken zodat u uw evenwicht beter kunt bewaren;
  • Later kan een rollator een belangrijk hulpmiddel zijn om zo veel mogelijk zelfstandig te kunnen blijven doen.


Medicijnen bij de ziekte van Parkinson

Er bestaan geen medicijnen die de ziekte van Parkinson kunnen genezen of afremmen. Wel zijn er medicijnen die de klachten kunnen verminderen.
Meestal zal de neuroloog starten met medicijnen die het bewegen vergemakkelijken en het trillen verminderen, bijvoorbeeld levodopa of een dopamine-agonist.
Om de klachten van de ziekte van Parkinson te verminderen moeten we ervoor zorgen dat er meer dopamine in de hersenen komt. Dat kan bijvoorbeeld door levodopa te geven. Levodopa wordt in het lichaam door een enzym afgebroken tot dopamine. Alleen kan dopamine niet vanuit het bloed de hersenen bereiken. Levodopa kan dit wel. We zorgen er daarom voor dat levodopa in het bloed niet kan worden afgebroken tot dopamine. Dat doen we door een enzymremmer te geven. Levodopa wordt altijd in combinatie met een enzymremmer gegeven. Zo kan levodopa de hersenen bereiken. In de hersenen wordt levodopa dan omgezet naar dopamine. Dopamine zorgt voor verminderen van de Parkinsonklachten (zie ook het plaatje).


Levodopa met enzymremmer

Stoffen: levodopa/carbidopa (Sinemet), levodopa/benserazide (Madopar)
Bijwerkingen: onwillekeurige bewegingen, hoofdpijn, hallucinaties, slaapaanvallen, misselijkheid en braken
Bijzonder: op een gegeven moment werkt levodopa niet meer genoeg

Een andere manier om dopamine aan te vullen in de hersenen is door dopamine-agonisten te geven. Dopamine-agonisten doen de werking van dopamine na.

 

Dopamine-agonisten

Stoffen: ropinirol (Requip), pramipexol (Sifrol)
Werking: nabootsen dopamine
Bijwerkingen: psychiatrische bijwerkingen
Contra-indicatie: oudere leeftijd


Vul de tabel in:

Mindmap van de medicatie bij de ziekte van Parkinson


Beantwoord de vragen:



Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl