Migraine
In dit hoofdstuk verdiepen we ons in de aandoening migraine, leefregels bij migraine en het behandelen van migraine.
Theorie over migraine
Migraine wordt goed beschreven in hoofdstuk 29.4 van Farmaceutische Patiëntenzorg.
Voor extra uitleg kun je onderstaande tekst van thuisarts.nl (april, 2019) lezen.
Wat zijn de verschijnselen van migraine?
Migraine is hoofdpijn die in aanvallen komt. De hoofdpijn komt plotseling op, soms midden in de nacht zodat u er wakker van wordt.
- De pijn zit meestal aan één kant van uw hoofd;
- De pijn is matig tot heftig, stekend of bonzend;
- Door inspanning wordt de pijn erger;
- Vaak bent u ook misselijk en moet u overgeven;
- Fel licht en hard geluid kunt u vaak slecht verdragen;
- U kruipt het liefst in bed.
Bij sommige mensen kondigt de aanval zich aan met een aura: een halfuur tot een uur voor de aanval kunt u schitteringen, flitsen of golvende beelden zien. Misschien hebt u tijdelijk een doof gevoel, tintelingen of minder kracht aan één kant van uw gezicht of lichaam. Ook spreken kan even moeite kosten.
Soms zijn schitteringen, flitsen en golvende of wazige beelden het enige verschijnsel. Dit heet ‘oogmigraine’ en duurt minuten tot een halfuur.
Soms voelt u al enige uren tot een dag van tevoren dat er een migraineaanval aankomt. Uw stemming verandert, u bent heel actief of juist sloom, opgewekt of juist somber, u gaapt of u hebt zin in lekker eten. Dit herkent u als voortekenen, maar dit zijn geen aura’s.
Een aanval kan vier uur tot drie dagen duren, maar is meestal binnen één dag over. Sommige mensen hebben slechts af en toe een migraineaanval, anderen hebben er regelmatig last van.
Hoe ontstaat migraine?
Migraine is een aandoening van de zenuwbanen in de hersenen. De samenwerking met de bloedvaten is tijdelijk verstoord. De oorzaak van migraine is niet bekend. In bepaalde families komt het meer voor. Hebt u een vader, moeder, broer of zus met migraine-aura (de aanval begint met schitteringen tintelingen of een verlamd gevoel)? Dan hebt u een vergrote kans op deze vorm van migraine.
Waarom de een zelden een aanval heeft en de ander heel vaak is niet bekend. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Soms ontstaat een aanval door een onregelmatig leven, na lang slapen, uitslapen of juist te kort slapen, na een nachtdienst, na vasten of na stress.
Vrouwelijke hormonen hebben invloed op de migraine. Sommige vrouwen krijgen steeds migraine rond de menstruatie. Bij gebruik van de anticonceptiepil kan de migraine verergeren of juist verminderen. Tijdens de zwangerschap kunnen de klachten verminderen. Na de overgang blijkt de migraine bij een kwart van de vrouwen te verminderen; bij de helft verandert er niets; bij een kwart neemt de migraine toe.
Migraine lijkt soms door spanning en vermoeidheid te worden uitgelokt. Sommige migrainepatiënten noemen een verband met bijvoorbeeld rode wijn, kaas, chocolade of citrusvruchten. Er is veel onzekerheid over het verband tussen migraine en voeding. Wetenschappers hebben er geen bewijs voor kunnen vinden.
Wat kan ik zelf doen bij migraine?
- Stop bij de eerste verschijnselen van migraine uw bezigheden, neem rust en neem uw medicijnen. Het helpt niet om ‘flink’ te zijn en gewoon door te werken. De klachten kunnen dan zelfs verergeren;
- Leg aan anderen uit dat u migraine hebt en vertel duidelijk wanneer u een migraineaanval hebt. Dan begrijpen de mensen om u heen het als u uw werk wilt onderbreken of op bed wilt gaan liggen;
- Hebt u last van migraine met aura? Dan hebt u een licht verhoogde kans op een beroerte (een bloedstolsel in de hersenen). Het is daarom extra belangrijk dat u niet rookt, omdat roken de kans op een beroerte vergroot. Van de duizend mensen met migraine met aura krijgen twee mensen een beroerte. Van de duizend mensen met migraine zonder aura krijgt één persoon een beroerte.
Medicijnen bij migraine
Zodra u een aanval voelt opkomen, kunt u medicijnen nemen tegen pijn en tegen misselijkheid en overgeven. Neem ze bij de eerste hoofdpijn of voortekenen van een aanval.
Middelen tegen misselijkheid
Middelen tegen misselijkheid zijn bijvoorbeeld: metoclopramide (tablet 10 mg of zetpil 10 mg) en domperidon (tablet 10 mg). Uw huisarts kan een van deze middelen voorschrijven.
Pijnstillers
Voorbeelden van pijnstillers zijn paracetamol (1000 mg) en NSAID’s: naproxen (500 mg) en ibuprofen (600 mg).
Neem pijnstillers al direct bij het begin van de hoofdpijn. De genoemde pijnstillers zijn even werkzaam. Paracetamol heeft de minste bijwerkingen. Het is belangrijk om te kijken welk medicijn het beste bij u werkt. Dat kan per persoon verschillen.
NSAID’s kunnen als bijwerking maagklachten geven. Mensen die een verhoogde kans hebben op maagklachten, krijgen daarom een ander middel of een extra medicijn voorgeschreven om de maag te beschermen. NSAID’s kunnen de werking van andere medicijnen beïnvloeden.
Mensen met hart-, vaat- en nierproblemen en mensen boven de 70 jaar moeten extra voorzichtig zijn met het gebruik van NSAID’s.
Wanneer u pijnstillers, zoals paracetamol of NSAID’s, langdurig en vaak blijft gebruiken, dan kunt u daardoor juist weer hoofdpijn krijgen. Bijvoorbeeld als u drie maanden lang gemiddeld om de dag een pijnstiller gebruikt (of op 15 of meer dagen in de maand).
Triptaan
Als geen van de bovenstaande pijnstillers helpt, bespreekt u met uw huisarts of een speciaal middel tegen migraine (triptaan) geschikt is voor u. Voorbeelden van triptanen zijn: sumatriptan, zolmitriptan. Deze tabletten gebruikt u aan het begin van een migraineaanval. U kunt deze middelen ook als injectie, zetpil of neusspray gebruiken (bijvoorbeeld als u misselijk bent). Smelttabletten werken niet sneller dan andere middelen.
Bijwerkingen van triptanen kunnen zijn: misselijkheid, braken, moeheid, duizeligheid en een drukkend gevoel op de borst. Triptanen kunnen ook de werking van andere medicijnen beïnvloeden. Bij hart- en vaatziekten mag u deze middelen niet gebruiken.
Gebruik triptanen niet vaker dan tien keer in een maand. Vaker kan juist weer hoofdpijn geven.
Bètablokker om aanvallen te voorkomen
Als u meerdere aanvallen per maand hebt, kunt u ervoor kiezen dagelijks medicijnen te gebruiken om het aantal aanvallen te verminderen. U krijgt in dat geval een bètablokker. Bijvoorbeeld een- tot tweemaal daags 100 mg metoprolol of een- tot tweemaal daags 80 mg propranolol. Na een aantal maanden kijkt u hoe het middel heeft gewerkt.
Vul de tabel in:
Beantwoord de vragen:
Beantwoord de vragen: