Epilepsie
In dit hoofdstuk gaan we in op de ziekte epilepsie, de leefregels bij epilepsie en de geneesmiddelen die hierbij worden gebruikt.
Filmpjes over epilepsie
Bekijk het filmpje Epilepsie - Wat is dat? (2:55 min.):
Bekijk ook het filmpje Hoe ontstaat een epileptische aanval? (1:49 min.):
Epileptische aanval: hoe gedraagt de patiënt zich?
Bekijk het filmpje Focale aanval met verminderde gewaarwording (2:47 min.):
Bekijk het filmpje Absence (1:12 min.):
Bekijk het filmpje Tonisch-clonische aanval (3:49 min.):
Medicatie bij epilepsie
De medicatie bij epilepsie wordt goed beschreven in hoofdstuk 29.2.2 en 29.2.3 van Farmaceutische Patiëntenzorg. Voor extra uitleg kun je onderstaande tekst van thuisarts.nl (maart, 2019) lezen.
Wat moet ik weten over medicijnen tegen epilepsie?
Medicijnen helpen aanvallen te voorkomen. Ze genezen de epilepsie niet. Medicijnen tegen epilepsie noemen we anti-epileptica.
- Bij ongeveer 70% van de mensen met epilepsie helpen de medicijnen goed. Dat wil zeggen dat ze (bijna) nooit meer een aanval krijgen;
- Soms kost het wel enige tijd om de juiste hoeveelheid en combinatie van medicijnen te vinden;
- Het gaat om het goede evenwicht tussen geen aanvallen en zo min mogelijk bijwerkingen;
- Anti-epileptica en andere medicijnen kunnen elkaar beïnvloeden. Vertel daarom altijd aan uw huisarts wat u slikt. Dan kan uw arts daar bij het voorschrijven van medicijnen rekening mee houden;
- Anti-epileptica moet u elke dag en meestal voor langere tijd innemen;
- Neem ze regelmatig in. Vergeet u een keer een tablet, of neemt u ze enkele dagen niet in? Dan is de kans groot dat u weer een epileptische aanval krijgt.
Welke medicijnen zijn er tegen epilepsie?
- Medicijnen om aanvallen te voorkomen. Er zijn veel soorten anti-epileptica. Voorbeelden zijn: carbamazepine, valproïnezuur, levetiracetam en fenobarbital. Deze middelen moeten dagelijks worden gebruikt;
- Medicijnen om een aanval te stoppen. In sommige gevallen krijgen mensen benzodiazepinen om de aanval te laten stoppen. Voorbeelden zijn clonazepam en diazepam. Deze middelen kunnen met een injectie, met druppels of met een rectiole worden gegeven. Een rectiole is een tube met een lange tuit. Daarmee kan het medicijn via de anus worden gegeven. Voor sommige mensen is een speciale neusspray geschikt.
Wat zijn de bijwerkingen van medicijnen tegen epilepsie?
In het begin van de behandeling van epilepsie kunt u last hebben van bijwerkingen. Soms gaan de bijwerkingen niet weg. Soms komen ze pas als u de medicijnen al een tijd gebruikt. Het is belangrijk de bijwerkingen op te schrijven en te bespreken met uw arts.
Veel mensen met epilepsie slikken lange tijd, soms levenslang, medicijnen. Ook als u pas na verloop van tijd bijwerkingen denkt op te merken, is het belangrijk die met uw arts te bespreken. Dat geldt ook voor andere veranderingen die misschien met uw medicijnen te maken hebben.
Voorbeelden van bijwerkingen zijn:
- Slaperigheid;
- Duizeligheid;
- Langzamer reageren;
- Vermoeidheid;
- Droge mond;
- Misselijkheid;
- Iets minder scherp zien;
- Hoofdpijn;
- Diarree;
- Meer of juist minder eetlust;
- Gewichtstoename.
Sommige medicijnen tegen epilepsie geven meer kans op het krijgen van een kind met afwijkingen of een ontwikkelingsstoornis. Bijvoorbeeld valproïnezuur. Bespreek de voor- en nadelen van medicijnen met uw neuroloog. Vertel het als u zwanger wilt worden.
Hoe gaat het verder met mijn epilepsie?
Kan ik (ooit) weer stoppen met mijn medicijnen tegen epilepsie?
Als u enkele jaren geen aanvallen hebt gehad, kunnen de medicijnen in overleg met de arts soms worden afgebouwd.
De kans dat u uw medicijnen kunt minderen is groter in deze situaties:
- De aanvallen waren met medicijnen snel onder controle;
- Het lukte met één medicijn om de aanvallen onder controle te krijgen;
- De epilepsie ontstond op jonge leeftijd;
- De epilepsie heeft geen duidelijke oorzaak, zoals een beschadiging.
Denkt u erover om te stoppen met uw medicijnen? Overleg altijd eerst met uw (huis)arts of neuroloog.
Wat als mijn medicijnen niet werken?
Het kan een tijd duren voordat u het juiste medicijn in de juiste hoeveelheid heeft zodat de aanvallen wegblijven. Uw arts kan de dosis aanpassen of als dat nodig is een ander middel voorschrijven.
Soms lukt het niet met medicijnen aanvalsvrij te worden. Sommige mensen komen dan in aanmerking voor een operatie.
Vul de tabel in:
Beantwoord de vragen:
Beantwoord de vragen:
Beantwoord de vragen:
Naar boven