Opdracht 2. De werking van het oog

Opdracht 2. De werking van het oog

Beantwoord de volgende vragen zo duidelijk mogelijk:


1. Noteer de Latijnse naam voor oogdruppels.

2. Noteer de Latijnse naam voor oogzalf.

3. Noteer de Nederlandse naam voor:

    A. Cornea. 

    B. Optic nerve.

    C. Sclera.

    D. Iris.

    E. Retina.

4. Vertel in een paar zinnen hoe wij beelden kunnen zien. Wat gebeurt er in het oog zodat wij beeld krijgen?

5. In het netvlies liggen kegeltjes en staafjes. Deze vangen lichtstralen en op geven die door aan de zenuwvezels. De zenuwvezels geven ze weer door aan de oogzenuw.

    A. Wat is de specifieke functie van de kegeltjes?

    B. Wat is de specifieke functie van staafjes?

    C. Wat is de functie van de iris?


Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl