Casussen 1. Zelfzorg - Wondverzorging

Beantwoord de vragen bij de casussen:

Casus 1

De cliënt heeft een snee in haar vinger. Ze heeft in haar vinger gesneden tijdens het snijden van een broodje. Ze heeft geen geschikte pleister in huis. Ook heeft ze geen ontsmettingsmiddel kunnen vinden. Ze komt naar de apotheek om spullen te kopen die ze voor de snee in haar vinger kan gebruiken.

1. Wat voor pleister kan ze gebruiken uit de handverkoop?

2. Welk ontsmettingsmiddel adviseer je de vrouw?

Oefening: speel een baliegesprek.

Casus 2

Een moeder komt met haar zoontje naar de apotheek. Hij is gevallen en heeft een schaafwond op zijn knie. De moeder wil weten hoe ze die schaafwond het beste kan behandelen.

1. Welke vragen stel je aan de moeder?

2. Hoe kun je de schaafwond van het jongetje gemakkelijk ontsmetten?

3. Waarmee kan de moeder de schaafwond afdekken?

Oefening: speel een baliegesprek.

Casus 3

Een oudere meneer komt samen met zijn kleinkind binnen. De man is gevallen en heeft zijn hand opengehaald. De wond blijft maar bloeden. De man heeft een heel gevoelige huid. Hij wil graag iets hebben om de wond mee af te dekken. Hij spreekt niet goed Nederlands.

Oefening: simuleer een baliegesprek tussen kleinkind en apothekersassistent.

Casus 4. Bedenk zelf een casus die gaat over een brandwond of snijwond.

Naar boven