Naslagwerken

Naslagwerken worden in de apotheek gebruikt om gegevens over medicijnen op te zoeken. Zo kan bijvoorbeeld de dosering gecontroleerd worden. Of wordt gecontroleerd of 2 medicijnen samen gebruikt kunnen worden. In dit hoofdstuk maken we kennis met de verschillende naslagwerken.

Naslagwerken:

  • KNMP Kennisbank;
  • Farmacotherapeutisch Kompas;
  • Kinderformularium;
  • Commentaren Medicatiebewaking.



De KNMP Kennisbank

De KNMP Kennisbank is een hele grote database met informatie. Er zijn verschillende onderdelen van de KNMP Kennisbank. De KNMP Kennisbank vind je op https://kennisbank.knmp.nl Je kunt de KNMP Kennisbank alleen op school of in de apotheek gebruiken.


1. Open de KNMP Kennisbank. Scroll naar beneden tot je een overzicht ziet van alles wat er in de KNMP Kennisbank zit.
In welk onderdeel zou je de volgende informatie kunnen vinden?

    A. Welk middel je adviseert als iemand een middel tegen hoest wil kopen.

    B. De dosering van morfine.

    C. Welke geneesmiddelen je maximaal 30 dagen mag afleveren.

    D. Hoe je een zalf moet maken.

    E. Een informatie folder voor een patiënt. 

    F. Als je iets wil weten over de anticonceptiepil.

2. In het onderdeel Informatorium Medicamentorum vind je informatie over geneesmiddelen, bijvoorbeeld de dosering of bijwerkingen. Open de KNMP Kennisbank. Schrijf in het zoekscherm paracetamol en druk op zoeken. In de resultaten zie je onderstaand resultaat:Kies deze.

3. Welke kopjes zie je? Het zijn 14 kopjes. Schrijf ze op. 

4. Schrijf van de kopjes op welke informatie je vindt bij elk kopje.



Het Farmacotherapeutisch Kompas

Ook in het Farmacotherapeutisch Kompas kun je informatie over geneesmiddelen vinden. Je vind het Farmacotherapeutisch Kompas op www.farmacotherapeutischkompas.nl



1. Ga naar de website van het Farmacotherapeutisch Kompas. Schrijf in het zoekscherm paracetamol en druk op zoeken. In de resultaten zie je onderstaand resultaat:


Kies deze.

2. Welke kopjes zie je? Het zijn 15 kopjes. Schrijf ze op.

3. Schrijf van de kopjes op welke informatie je vindt bij elk kopje.

4. Zijn er verschillen met het Informatorium Medicamentorum in de KNMP Kennisbank? Zo ja, welke?

5. Zoek in het Farmacotherapeutisch Kompas de merknamen van:

   A. Paracetamol:

   B. Paracetamol coffeïne:

   C. Paracetamol tramadol:

   D. Paracetamol codeïne:

   E. Paracetamol propyfenazon/acetylsalicylzuur:

   F. Paracetamol ascorbinezuur:



Het kinderformularium

In het kinderformularium vind je alle informatie over geneesmiddelen bij kinderen. Als je iets wilt weten over een geneesmiddel bij kinderen, dan moet je het kinderformularium gebruiken. Je vindt het kinderformularium op www.kinderformularium.nl.


Ga naar de website van het kinderformularium.
Schrijf in het zoekscherm paracetamol en druk op zoeken. In de resultaten zie je onderstaand resultaat:

1. Je ziet nu de dosering van paracetamol bij kinderen. Welke indicaties zijn er?

2. Wat is de algemene dosering voor een kind van 5 jaar met milde pijn en koorts?

3. En voor ibuprofen?

4. En diclofenac?



Commentaren medicatiebewaking


Introductie

Medicatiebewaking kan gezien worden als een proces. Er is een vaste volgorde in de handelingen die rondom medicatiebewaking worden uitgevoerd.

Een medicatiebewakingssignaal wordt door het apotheekinformatiesysteem (AIS) afgegeven na het invoeren van een geneesmiddel. Meestal is dit een geneesmiddel dat op recept wordt voorgeschreven of een zelfzorgmiddel dat ingevoerd wordt om daarop medicatiebewaking uit te voeren.

Afhankelijk van de informatie die je krijgt uit het AIS (zoals signaalgegevens, medicatiehistorie, cliëntgegevens en dergelijke), de informatie die je kan vinden in naslagwerken en de informatie die je van de cliënt en/of voorschrijver ontvangt, moet je het medicatiebewakingssignaal afhandelen.

Wat zijn medicatiebewakingssignalen?

  • Interactie;
  • Contra-indicatie;
  • Dosering;
  • (pseudo)dubbelmedicatie;
  • Veranderd daggebruik;
  • Overgebruik en ondergebruik;
  • Eerste uitgifte;
  • Tweede- en vervolguitgifte;
  • Bijwerkingen.


Hoe komt een medicatiebewakingssignaal tot stand?

Na het invoeren van een nieuw voorschrift in het AIS wordt gecontroleerd of zich problemen kunnen voordoen. Is dat zo, dan wordt dit op het scherm en/of op een rugetiket en op de signaallijst vermeld, al naargelang de instelling van het AIS. Deze registraties zijn van belang om de gebruiker en de controlerend apotheker erop te attenderen dat er mogelijk problemen zijn opgetreden en dat er wellicht moet worden ingegrepen.


Beoordelen van een signaal

Nadat door het AIS een waarschuwing is gegeven dat er mogelijk een probleem is met de zojuist ingevoerde medicatie en de andere gegevens van deze cliënt, moet worden beoordeeld of het signaal terecht is. De volgende vraag moet worden gesteld: is het signaal geldig voor deze cliënt op dit moment? Op deze vraag zijn twee antwoorden mogelijk: het signaal is niet geldig voor deze cliënt; dan is een inhoudelijke beoordeling van het signaal niet meer nodig. Of het signaal is bij nader onderzoek wel geldig voor deze cliënt: nu behoort een inhoudelijke afweging gemaakt te worden of het geneesmiddel inderdaad problemen op zal leveren.


Naslagwerken gebruiken

Om een signaal goed te kunnen beoordelen kan je gebruikmaken van verschillende naslagwerken, zoals het Informatorium Medicamentorum, Farmacotherapeutisch Kompas, Standaarden voor Zelfzorg van KNMP en Commentaren Medicatiebewaking. Op school kan je al deze naslagwerken digitaal gebruiken.


Afhandelen van een signaal

De beoordeling en afhandeling van een signaal wordt uitgevoerd op grond van het controleren van een aantal gegevens:


Informatie van het voorschrift

Is het voorschrift volledig?

Is het aantal akkoord?

Klopt het geneesmiddel met het voorgeschreven gebruik?


Informatie van de cliënt

Zijn er aparte afspraken met de voorschrijver gemaakt over het gebruik en/of staken van dit en eventuele andere geneesmiddelen?

Welke andere medicatie gebruikt u nu behalve dit geneesmiddel?

Wat is het gewicht van de cliënt (bij kinderen)?

Navraag naar specifieke risicofactoren (bijvoorbeeld maagbloeding in het verleden)


Informatie uit het AIS

Zijn de gegevens in de medicatiehistorie compleet (eventueel navragen bij cliënt)?

Heeft de apotheek een aanschrijffout of een leesfout gemaakt?


Informatie over/van de voorschrijver

Is de voorschrijver een huisarts of een specialist?

Gaat het om dezelfde voorschrijver of om verschillende voorschrijvers?

Is de praktijk van de voorschrijver gekoppeld met het AIS of niet?

Zijn er afspraken met de voorschrijver over de afhandeling van dit soort signalen?


Informatie over het signaal dat door het AIS is afgegeven

Gaat het om eerste uitgifte van een van beide geneesmiddelen?

Betreft het een herhaling van een van beide middelen met aansluitend gebruik of juist met niet aansluitend gebruik?


Inhoudelijke informatie over het signaal

Hoe ernstig zijn theoretisch de gevolgen bij afleveren?

Kan het voorgeschreven geneesmiddel in dosering worden veranderd of vervangen? Of de medicatie die al in gebruik is worden vervangen of tijdelijk gestopt?

Zijn er gebruiksadviezen te geven om problemen te voorkomen?

Op grond van deze gegevens moet je een conclusie trekken. Je bepaald dan ook welke acties je moet ondernemen. Relevante informatie moet je vastleggen in het AIS.



Stappen medicatiebewaking



A.W. Gort-Kals
Mozartlaan 1
4566 XL Examenstad
Tel: 011-651544
R/ Naproxen 500mg
            No 30
S. 2x daags 1 tablet
R/ Citalopram 20mg
            No 30
S. 1x daags 1 tablet
                                                           AGK


Als je beide middelen aanschrijft in de receptverwerking van Pharmacom dan krijg je vervolgens medicatiebewaking. Dit wordt ook wel beslissingsondersteunende schermteksten genoemd. Je krijgt dan alleen de relevante signalen. Het scherm ziet er dan zo uit:

Je bekijkt de risicofactoren en de afhandelingen. De afhandeling die je doet is je actie.Via de knop “Commentaren Medicatiebewaking” kan je informatie vinden over het signaal. Dit kan je nodig hebben om een goede afhandeling te kiezen.


Commentaren medicatiebewaking

Wanneer je hebt ingelogd bij CM-digitaal door in Pharmacom op de knop ‘Commentaren Medicatiebewaking’ te klikken, kom je direct op de pagina van het medicatiebewakings-signaal dat je hebt gekregen.

Als je inlogt bij ‘Commentaren Medicatiebewaking’ kan je informatie vinden die je ondersteunen bij het beslissen van de juiste actie.
Je ziet dan eerst de risicofactoren en de afhandelingen. Die krijg je ook in je scherm medicatiebewaking in het AIS. Ook kan je een verklaring lezen over het signaal en aanvullende informatie. De aanvullende informatie is vaak uitgebreid en moeilijk te begrijpen. De verklaring maakt wel duidelijk waarom iets is en kan je helpen om het signaal beter te begrijpen. Als een cliënt of arts dan om uitleg vraagt waarom je die melding moet afhandelen, dan kan jij dat uitleggen.Dit kan je lezen op CM-digitaal


Hier moet je een afhandeling maken in het AIS (in dit geval Pharmacom)




Vragen over medicatiebewaking

Beantwoord de vragen:


1. Waarom voert de apotheek medicatiebewaking uit?

2. Wat is een beslissingsondersteunende schermtekst?

3. Welke naslagwerken kan je gebruiken om medicatiebewaking uit te voeren?

4. Welk stuk in Commentaren Medicatie helpt je om het signaal beter te begrijpen?



Aan de slag met naslagwerken


Doel van de opdracht

Met deze opdracht leer je om op de juiste manier informatie op te zoeken in naslagwerken.

Maak gebruik van de volgende naslagwerken:


Opdracht 1. Contra-indicatie           CI 096-098 Zwangerschap

1. Mag een zwangere vrouw Paracetamol gebruiken? Onderbouw je antwoord.
2. Mag een zwangere vrouw Paracetamol/Coffeïne gebruiken? Onderbouw je antwoord.
3. Welke medicatie mag een zwangere vrouw gebruiken bij allergische aandoeningen?
4. Met welke middelen bij allergische aandoeningen zijn de meeste ervaringen?
5. Welk(e) naslagwerk(en) heb je gebruikt voor het beantwoorden van deze vragen?


Opdracht 2. Contra-indicatie           CI 099Lactatie (borstvoeding)

1. Zoek in het commentaren medicatiebewaking op de inleiding op over geneesmiddelen en borstvoeding. In het beginscherm klik je op contra-indicaties en dan zoek je CI 099 Lactatie op. In de tekst staat dat als een moeder tijdens de borstvoedingsperiode een geneesmiddel gebruikt, het mogelijk is dat de zuigeling via de moedermelk aan dit geneesmiddel wordt blootgesteld. Of de zuigeling hiervan nadelige effecten kan ondervinden, hangt af van een aantal factoren. Welke factoren zijn dat? Geef drie antwoorden.

2. Type in de zoekbalk van het commentaren medicatiebewaking: Paracetamol. Je ziet dan een lijst met allemaal signalen. Zoek het signaal op dat gaat over het gebruik van Paracetamol tijdens de lactatieperiode (borstvoeding). Mag Paracetamol geslikt worden door een vrouw die borstvoeding geeft?

3. Type nu in de zoekbalk: Diclofenac. Mag Diclofenac gebruikt worden tijdens het geven van borstvoeding?

4. Het antwoord van vraag 3 kon je vinden in het stuk Analgetica, antireumatica en jichtmiddelen: niet-opïoiden:NSAID's/salicylaten (prostaglandinesynthetaseremmers). Welke middelen geeft de mogelijke risico’s tijdens het geven van borstvoeding?


Naar boven
/var/www/bib-apothekersassistent-albeda.learningmatters.nl